David, Jezus en de Olijfberg

 

Weten we wel wat er direct na het ‘Laatste Avondmaal’ van Jezus, d.i. zijn laatste Pesachmaaltijd, gebeurde? Ik denk dat de volgende verzen de minst bekende zijn uit de lijdens­geschiedenis van Jezus. “Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader. Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.” (Matteüs 26: 30). Na de ‘instellings­woorden’ stopt immers de kerkelijke lezing van dit gedeelte van de Bijbel. Bijzonder om eens te bedenken dat er na die ‘tafel’ door Jezus en zijn toen 11 leerlingen, lofliederen gezongen zijn! Uit het evangelie naar Lucas weten we dat het Jezus’ gewoonte was om naar de Olijfberg te gaan (Lucas 22:39). De hof van Getsemane, waarin Jezus vlak voor zijn lijdensweg bad terwijl zijn leerlingen sliepen, ligt aan de voet van de Olijfberg. De Hebreeuwse naam Getsemane betekent trouwens: ‘olijfpersbak’. Het verhaal gaat dat de oeroude knoestige olijfbomen die vandaag de dag in de nu ommuurde ‘Hortus Gethsémani’ te vinden zijn, er staan sinds de tijd dat Jezus daar was. Ontzagwekkend is het om te bedenken dat deze bomen nog door Jezus zelf gezien kunnen zijn. Olijfbomen kunnen heel oud worden. Alleen, deze gedachte is toch wel erg onwaarschijnlijk, omdat, toen de Romeinen in de jaren 66 tot 70 Jerusalem belegerden, zij alle olijfbomen op en rond de Olijfberg gekapt hebben. Op de Olijfberg ligt ook het dorpje Betfage; het dorp van waaruit Jezus op zijn geleende ezel afdaalde om Jeruzalem binnen te gaan en door de mensen toe­ge­juicht te worden (Matt 21:1). Lied 556 vers 5 zingt daarover: ‘heden hosanna, morgen kruisig Hem!´

De Olijfberg heeft eerder al een rol gespeeld in de geschiedenis van het huis van David. Deze voorvader van Jezus maakte vele eeuwen eerder een tegenovergestelde beweging. David vluchtte weg uit Jeruzalem, de Olijfberg op (2 Samuël 15:13-31). David beleeft een absoluut dieptepunt in zijn leven wanneer zijn zoon Absalom hem aan populariteit verre overstijgt, zich met een grote groep volgelingen tegen hem keert, en hem min of meer dwingt tot een troonsafstand. Bijzonder is dan dat er op dat moment ook sprake is van ezels. Met brood, vruchten en wijn bepakte ezels worden bij David gebracht om hem te helpen te vluchten (16:1). De ezel wordt in de symboliek van Israël het rijdier van de machteloze koning. De toekomst ziet er voor David dan inderdaad somber uit. Hij en de inwoners van Jeruzalem huilen bittere tranen, rouwend om wat verloren is. David ziet zijn successen tot vrijwel niets gereduceerd. Zijn koninkrijk zal hij verliezen, zijn vaderschap is ten diepste betwist of eigenlijk al verloren, en zijn God – zo voelt hij – heeft zich tegen hem gekeerd. Toch blijft hij Hem als zijn God erkennen. David legt zich nederig neer bij Zijn wil, ook als er door God slechts een eenzaam lot voor hem is weggelegd (15:26). Zal de geschiedenis van God met de bevrijde slaven van Israël, waarin David mede opgenomen was, hier doodlopen?

Toch niet. Want bij deze zelfde Olijfberg zal eeuwen later, op de avond vlak na zijn intocht in Jeruzalem, die Andere zoon uit Davids geslacht voor Gods aangezicht verschijnen. Opnieuw lijkt alles verloren en ook hij zegt: “Vader als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.” (Matt 26:39).

Een eeuwigheid verder dan, na de dood en de opstanding van Jezus, is de Olijfberg opnieuw de plaats waar zich iets heel bijzonders afspeelt. Het is de plek van de hemelvaart van Jezus. In Handelingen 1:11 lezen we dat twee engelen de leerlingen van toen, maar dus ook ons, vertellen: “wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.” Geen wonder dus dat er tegenwoordig op de Olijfberg een kapel staat. Het is een veel bewogen plek. Laten we hopen dat daar de wijn van Gods koninkrijk gastvrij en uitnodigend is klaargezet.

ds. Anne Kooi