Orgel

Johann Christoff Scheuer werd in 1776 in het Duitse Emlichheim – net over de grens bij Coevorden – geboren. Na een opleiding als meubelmaker kwam hij in de orgelmakerij terecht, eerst in Coevorden en vanaf 1823 in Zwolle. Zijn instrumenten kenmerken zich door een traditionele en degelijke opzet. In de vaklitteratuur wordt het werk van Scheuer beoordeeld als “hoogtepunten van de negentiende eeuwse orgelbouw in Overijssel”. Zijn drie zonen Jan Eek, Georg Albrecht en Ernst August werden door vader opgeleid en zetten na zijn dood in 1854 het bedrijf nog vier jaar voort. Zonder hun vader bleek de continuïteit van het bedrijf niet mogelijk en in 1858 emigreerden zij – gedesillusioneerd – naar Port Natal in Zuid Afrika. Ondanks de goede kwaliteit van de Scheuer orgels beleefde hun orgelbouwerij een bescheiden bloei, slechts 18 complete orgels verlieten de werkplaats, bijna alle in het oosten van het land en in Friesland. Het orgel voor Den Hoorn uit 1857, ver van huis, werd het op één na laatste instrument van de gebroeders.

Het Hoornder orgel telt 8 registers en is voorzien van een aangehangen pedaal zonder zelfstandige registers. Het orgel verkeert als enige van Scheuer in de originele staat en, na de laatste revisie door orgelbouwer Flentrop, in optimale conditie.

Scheuer ontwierp zijn orgels in de eerste plaats voor begeleiding van de gemeentezang, maar in de praktijk blijkt dit fraaie instrument zeer geschikt voor de vertolking van muziek uit verschillende muzikale periodes. Door de harmonische en monumentale opbouw van het front en het weelderige houtsnijwerk is het orgel bovendien beeldbepalend voor de Hoornder Kerk.

DISPOSITIE

Manuaal:

Bourdon          16’

Prestant           8’

Holpijp             8’

Octaaf              4’

Quint               3’

Principaal         2’

Flageolet          1’

Trompet           8’

Pedaal:

Aangehangen

Stemming: a’ = 460 hz.