Er zijn van die motieven in de Bijbel, die vroeg in het eerste testament beginnen, de hele Bijbel meegaan, en tot iets indrukwekkend uitgroeien in het nieuwe testament. Na in vorige edities van het Kerkblad het motief van ‘het lam’ en van het ‘brood’ te hebben bekeken, is nu het thema ‘wijn’ aan de beurt. Als we bij dat laatste beginnen: Jezus legt een innig verband tussen de wijn van de pesach­maaltijd – het laatste avondmaal – en zijn eigen bloed. Zie Matteüs 26: 27,28. Daar zegt hij bij de wijnbeker: “drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.” Dat verwijst naar het bloed van het lam, dat aan de deurposten van de Israëlieten werd gesmeerd om de oudste zonen het leven te redden (Genesis 12: 20-28). Het vergoten bloed van het lam wordt de wijn van de pesachmaaltijd. En die wijn wordt opnieuw reddend bloed; Jezus’ bloed van zijn dood en opstanding.

Als je even verder leest staat er een zin die we vaak over het hoofd zien. Namelijk: “Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik met jullie opnieuw zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.” (Matteüs 26:29). Toch heeft die zin heel wat teweeggebracht. In het vroege christendom werd hierin de aankondiging van de terugkomst van Christus gelezen. De wijn die bloed werd, wordt de wijn van het koninkrijk van God. Het koninkrijk van Jezus’ Vader – zoals hij dat zelf omschrijft – wordt dan geassocieerd met een tekst van de profeet Zacharia. In Zacharia 14: 4 staat in een apocalyptisch visioen dat God aan het einde van de tijd zijn voeten op de Olijfberg zal planten. De christelijke gedachte is dan dat Jezus op de top van de Olijfberg zal terugkomen, en zijn voeten daar zal planten. Dat is op de plek vanwaar Christus ook naar de hemel is gevaren. Voor Joden is dat overigens anders: zij verwachten daar de Messias. Hoe dan ook, op de Olijfberg staat sinds jaar en dag een kapel: de Hemelvaartskapel. Een bijzonder detail is, dat er gezegd wordt, dat er in die kapel altijd een beker met wijn klaarstaat voor Jezus, voor het geval hij terugkomt. Ik weet niet of dat nog altijd klopt….

Voor Jezus was dit in elk geval duidelijk: het koninkrijk van zijn Vader is een plek van vreugde. Daar wordt wijn gedronken als bezegeling van het feest. De bruiloft in Kana was al een voorproefje van dat feest (Johannes 2). De Bijbel gaat verder ‘nuchter’ om met wijndrinken: er kan sprake zijn van misbruik van alcohol. Denk maar aan Noach die na de zondvloed de eerste wijngaard ooit aanlegt. Hij wordt dronken en wordt door twee van zijn zoons van een naakte schande gered. (Genesis 9:20 e.v.). Er kan ook erkenning zijn voor de medicinale werking van wijn. Denk maar aan 1 Timoteüs 5:23 waar het advies staat: “drink niet alleen maar water, doe er vanwege je zwakke maag en je andere kwalen wat wijn bij.” Over het algemeen is wijn een element in de bijbelse samenlevingen dat er gewoon bij hoort. Zo wordt ook de wijngaard een element dat veel in gelijkenissen voorkomt.

Werken in de wijngaard kennen we allemaal vast wel: dat verwijst naar het werk óf in de wereld, óf in de gemeente, dat door gelovigen verricht wordt. Dat beeld komt uit het eerste testament, waar het volk Israël veel elementen rond de wijnbouw gebruikt om dingen duidelijk te maken. In psalm 80:9,10 wordt het uit Egypte bevrijde Israël vergeleken met een wijnstok die verplant is. De muur die eromheen gebouwd is verwijst naar de bescherming van de tora (Jesaja 5:5). De opbrengst wordt beoordeeld in termen van slechte of goede daden van mensen, en mensen kunnen zowel de druivenstruik zelf zijn als de werkers in de wijngaard. “Israël is de wijngaard van de Heer van de hemelse machten (…) Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht, hij zocht rechtsbetrachting maar vond rechtsverkrachting.” (Jesaja 5:7)

Vandaag de dag beleven we een vreselijke uitbarsting van geweld in het Midden-Oosten. De huidige staat Israël kunnen we beter niet belasten met beelden uit de Bijbel, die verwachtingen aan deze staat opleggen, de gebeurtenissen determineren en becommentariëren vanuit een vastliggend religieus stramien. De werkelijkheid van vandaag is veel te meerduidig. We kunnen hooguit onszelf herinneren aan de woorden die eigen zijn aan het Israël ten tijde van David: “Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na.” (Psalm34:15)

Op zondagochtend 12 november zullen we in de kerk van De Koog een heilig Avondmaal vieren. ‘Brood en wijn’ zullen voor velen en voor ons gebroken, gedeeld, geschonken en doorgegeven zijn. Verbondswijn, waarop wij onze gemeenschap kunnen bouwen.

ds. Anne Kooi