Volmacht in onmacht’ is de titel van een boek van een van mijn leraren van de domineesopleiding (prof. G.H. ter Schegget). Het gaat over ´de roeping van de christelijke gemeente in de politiek´. En hij schrijft daar over: ´wij zullen alleen dan macht over de macht krijgen, als wij ons in onze onmacht laten begenadigen met de volmacht van de Messias tot dienst aan de naasten en aan allen die verre zijn, met een verantwoordelijkheid dus, die de grenzen van onze vrijheid overschrijdt (en zo verlegt) omdat zij ons oproept om borg te staan voor de ander.’ Ik moest daar sterk aan denken na de verkiezingsuitslag.

Als we de grote vraagstukken waar we als Nederlanders voor staan versimpelen, zijn er al snel zondebokken aangewezen. Bijvoorbeeld. Als er een tekort aan woningen is? Komt door de asielzoekers. Als er een wachtlijst voor de zorg is? Komt ook door de asielzoekers. Als er te weinig geld is voor die sectoren? Komt door die woke-types met hun klimaatgedram. Of anders wel door die types met hun gendergekte. We horen dat er gezegd wordt: ‘het volk heeft gesproken’, al geldt dat dan nog steeds maar voor minder dan een kwart van de Nederlandse bevolking. Tenminste, als het over de PVV gaat. We horen dat er gezegd wordt dat Wilders milder is geworden. Maar dat poetst niet uit dat hij Sigrid Kaag voor ‘heks’ uitmaakte nadat ze het volgende had getwitterd: ‘Begrip voor elkaar, geduld, de bereidheid om te luisteren voordat je spreekt. Het is essentieel voor de gezondheid van onze democratie’. Dat tekent het dilemma waar we voor staan. Democratie draagt de mogelijkheid in zich dat zij voor hekserij wordt uitgemaakt, en zichzelf daarmee kapot laat maken. Namelijk als antidemocratische krachten het centrum van de macht op een democratische manier winnen. We hebben het in de aanloop naar de tweede wereldoorlog eerder gezien.

Alle argumenten die je daar tegenoverstelt worden kreupele argumenten. Iedere mening is immers een evenwaardige mening. Er is geen ankerpunt op grond waarvan je de ene uitspraak serieuzer kunt nemen dan een andere. Dat criterium is hooguit ‘gevoel’ of de hoeveelheid ‘likes’. Maar juist houdt de cirkelredenering weer in stand. De huidige politiek werkt als een krachtenveld waarin de ene macht tegenover de andere macht zijn krachten meet. En er is ‘bij de mensen thuis’ alleen een toets van die machten in de zin van of mensen er al dan niet een goed gevoel bij hebben. Dat gevoel begint vaak bij zichzelf, het gezin, de familie, en gaat verder in de streek, het land, het continent waarin iemand woont. Een rechtstaat zit anders in elkaar. Daar wordt – als het goed is – niet naar je afkomst of situatie gekeken. Maar ook een rechtstaat kan om zeep geholpen worden, zoals we eerder hebben gezien.

Wat kan of moet een christelijke gemeenschap daar nu mee? Om te beginnen kan zij niet de zoveelste macht in het krachtenspel worden. Die gemeenschap is principieel onmachtig. Niet omdat zij maatschappelijk van geen betekenis meer zou zijn, maar omdat Jezus als een geheel onmachtig-gemaakt mens ter dood veroordeeld is. In de zinloze vernietiging van deze mens, deze looser / losser ligt het ankerpunt van waaruit je de samenleving kunt beschouwen. Namelijk: beoordeel de politiek en haar motieven vanuit de positie van hen die helemaal onderop liggen, of ook van hen die het slachtoffer worden van een bepaalde mening. De enige volmacht die de kerk heeft is om te spreken namens hen die geen stem hebben, of wiens stem echt niet gehoord wordt. Het geheim van geloven is dan, dat in dit borg staan voor kwetsbare anderen, pas echt een toekomst ligt voor de mensheid.

ds. Anne Kooi, predikante van de protestantse (PKN) gemeente Waal-Koog-Den Hoorn.