Wie is Jezus?

Zijn leven

Jezus is geboren in Bethlehem en groeide op in Nazaret, in Galilea. Galilea is een arme streek in het land Israël ten tijde van het begin van onze jaartelling. Als Jezus ongeveer dertig jaar oud is, begint hij in die omgeving rond te trekken. Hij preekt en geneest mensen. Daar roept hij ook zijn 12 leerlingen (discipelen). Met zijn leerlingen trekt hij naar Jeruzalem. Daar wordt hij gevangengenomen, ter dood veroordeeld en gekruisigd. Drie dagen na zijn dood zijn er berichten van zijn vrienden en vriendinnen dat ze hem gezien hebben en dat hij leeft. Jezus is opgestaan! Twee van zijn vrienden vertellen bijvoorbeeld: “We wisten dat hij het was die ons opzocht. Hij liep samen met ons op en we nodigden hem uit om bij ons te blijven eten. Toen hij het brood brak en uitdeelde herkenden we hem. Want hij had vlak voor zijn dood op dezelfde manier het brood gebroken. Hij stak het vuur van liefde in ons hart opnieuw aan, terwijl we nog midden in de rouw waren over zijn dood.” (naar Lucas 24, vers 13 – 35).

Na die eerste dagen komen er meer berichten van mensen die Jezus gezien hebben.

Dan gaat Jezus naar God in de hemel die hij zijn Vader noemt. Hij stuurt de heilige Geest naar de mensen op aarde om hen te helpen oprecht en gelovig te leven. Later zijn er opnieuw men­sen die Jezus hebben gezien, maar dan in een visioen. Zoals bijvoorbeeld de apostel Paulus. Paulus was een van de eerste volgelingen van Jezus die hem zelf nooit gezien had, toen hij op aarde rondliep. Tot op de dag van vandaag vertellen mensen over hun ontmoeting met Jezus. Zoals: “we voelen de liefde van Jezus die ons helemaal omarmt en verwarmt.”

De verhalen over Jezus staan in het tweede, kleinere gedeelte van de Bijbel; achterin. Namelijk in het Nieuwe Testament en dan – om precies te zijn – in de vier evangelie­boeken: Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes. In het Nieuwe Testament staat verder het boek Handelingen met verhalen over de apostelen (dat betekent de door Jezus ‘gezondenen’), nadat Jezus naar de hemel was gegaan. Er zijn ook brieven te vinden van onder anderen de apostel Paulus, en er is het mooie en raadsel­achtige laatste Bijbelboek: Openbaring.

Zijn boodschap

De boodschap die Jezus verkondigt terwijl hij rondtrekt, klinkt de mensen vertrouwd maar ook nieuw in de oren. Jezus is een joodse prediker die met groot respect spreekt over de voor­schriften die God aan de mensen heeft gegeven. Maar hij wil ze op een nieuwe manier geldig maken. Zo heeft hij bijvoorbeeld tijdens een preek gezegd: ‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie ver­volgen.’ (Matteüs 5, vers 43 – 44).

Jezus benadrukt dat God vooral liefde is. Gods vergevingsgezindheid is groter dan het kwaad dat er onder de mensen kan zijn, zonder dat te bagatelliseren. Hij wil mensen altijd weer een nieuwe kans geven. Het is dan ook nooit te laat voor mensen om een nieuw begin te maken.

Jezus gaat er in zijn toespraken vanuit dat het Koninkrijk van God dichtbij is. Dat ‘koninkrijk’ is een ideaal dat van God uitgaat; een manier van gelukkig en vrij samenleven van mensen die door God ontworpen is en beschermd wordt. Die verwachting is tegelijkertijd een impliciete kritiek op menselijk gedrag (privé én collectief) dat on­­eer­lijk, egoïstisch, stiekem en/of wreed is. Bij het Koninkrijk van God denken we aan een open samenleving waar gerechtigheid en vrede is, waar mensen zorgzaam en liefdevol met elkaar omgaan, en waar geen armoede is.

Zijn betekenis

Jezus wordt ook Christus genoemd. Het woord ‘Christus’ betekent ‘Gezalfde’. Het joodse woord ‘Messias’ bete­kent hetzelfde. Jezus wordt dan ook wel Messias genoemd. Deze woorden geven aan dat Jezus heel bijzonder was en is. Letterlijk betekent de naam Jezus: ‘God is redding’. Als wij als zijn volgelingen, als christe­nen, probe­ren uit te leggen hoe dan Jezus namens God de redder van mensen is, wijzen we naar zijn kruisdood en opstan­ding. Die twee ge­beurtenissen samen vormen een moeilijk te begrijpen myste­rie. Veel mensen vinden Jezus een voorbeeld voor hun leven, vanwege zijn bood­schap van liefde en recht. Voor een gelovige christen is niet alleen bijzonder wat Jezus ons vóór heeft gedaan, maar vooral wat Jezus voor óns heeft gedaan. Of, ‘voor ons’…, het is beter om te zeggen dat hij dat voor alle mensen heeft gedaan.

Door wat Jezus deed, en door alles wat er met hem gebeurd is, zijn we ons bewust van Gods genade voor iedereen. Dat geeft ons mensen de mogelijkheid om vergeving te vragen voor wat we verkeerd deden. Jezus geeft ons ook vrijgevigheid, inlevings­vermogen, solidariteit, liefde en vrede, waarheid en verzoening, en het herstel van onze band met God.

Dit is het Christus­-symbool. Het is samengesteld uit de Griekse letters met de vorm van een X en een P, en de klank van een CH en een R, die samen de beginletters vormen van de naam Christus.